Onderwerpen
Aan elk niveau zijn verschillende onderwerpen verbonden. Hoe hoger het niveau van de leerlingen, hoe ingewikkelder de stukken die zij kunnen spelen, wat meer geavanceerde en specifieke kennis vereist.
Viool
Elementair niveau
In A1 leren de leerlingen de positie van de violist, hoe ze de viool op een natuurlijke manier in hun eigen fysionomie kunnen betrekken, hoe ze de linkerhand op de viool kunnen plaatsen en pizzicato maken met de rechterhand voordat ze leren spelen met de strijkstok. Daarnaast wordt geoefend met de verschillende hoeken van de arm in de snaren en de detaché, een essentieel type strijkstokslag. Suzuki Nr.1 stukken en toonladders in de eerste positie zijn bedoeld voor dit niveau.
In A2 verbeteren de leerlingen hun kennis, proberen ze het instrument zelf te stemmen en leren ze de positie met de linkerhand (eerste, tweede en derde positie) te veranderen, evenals het legato gerelateerd aan zingen. Toonladders en arpeggio's in één positie (eerste, tweede en derde) en stukken van Suzuki Nr.2 zijn bedoeld voor dit niveau.
Gemiddeld niveau
In de I1 leren de leerlingen de vierde positie terwijl ze de intonatie van de drie eerste en de nieuwe strijkstokslagen kennen, en de martelé en spiccato verbeteren. Toonladders en arpeggio's in één snaar en vier snaren (twee octaven) en dubbele stops, studieboeken van Mathieu Chrickboom, Rodolphe Kreutzer, Charles Dancla en Federigo Fiorillo evenals enkele stukken als Bach Concerto of Thäis Meditatie zijn enkele van de elementen om de kwaliteit van geluid en muzikaliteit te verbeteren.
In het I2-niveau blijven de studenten hun vioolvaardigheden verbeteren in moeilijkere stukken, waarbij we hen moeten introduceren in de manier van spelen van akkoorden, vliegende spiccato of harmonischen, gebruikt als hulpmiddel om het hout van de viool te veranderen, evenals het gebruik van vibrato en de verschillende contactpunten om hun interpretaties subtiel te verfraaien. Telemann Fanthasies, The Four Seasons van Antonio Vivaldi of Accolay Violin Concerto zijn bedoeld voor dit niveau.
Professioneel niveau
De leerlingen in P1 en P2 kunnen op veel vragen anticiperen en deze zelf oplossen. Ze worden steeds onafhankelijker van de leraar en kunnen uit de stukken van hun niveau zelf beslissen welk repertoire ze willen spelen. Toonladders, arpegio's, dubbele registers, akkoorden, toonladders van Schradieck en Otakar Sevcík, studies van Kreutzer en stukken als Mozart Concerto Nr.3, Concerto for two Violins van Bach, en Sonates and Partitas van Bach, Romanza Andaluza van Pablo Sarasate, Felix Mendelssohn Vioolconcerto en Schubert-, Schumann- en Mozartsonates zijn enkele voorbeelden van stukken die de gevorderde leerlingen van de Arriaga Vioolschool kunnen spelen.
Pre-bachelor
De Pre-bachelorcursus is in het leven geroepen om de studenten te helpen bij het voorbereiden van hun auditie voor het toelatingsexamen op het HBO. Voor dit examen moet de student het eerste deel van een concerto, een sonate, een virtuoos stuk en een studio spelen. Enkele voorstellen zijn Mendelssohn Concerto, Mozart Concertos No. 3 en 5, Partita No. 2 of 3 en Sonate Nr.1 van Bach, Scenes de Ballet van Charles de Bériot, Paganini Caprices, Beethoven Violin Concerto, Sergei Prokofiev Sonata for Violin and Piano Nr.2 en Concerto Nr. 2, Max Bruch Vioolconcert of Henryk Wieniawski Concerto. Toonladders, arpeggio's van drie en vier octaven, dubbele stops, akkoorden en studies zijn ook essentieel in de studieroutine van de pre-bachelorstudenten. Dit alles en voldoende repetities met de pianist en de leraar, en het trainen van de mentale voorbereiding tijdens de concerten zullen garant staan voor een succesvolle auditie.
Piano
Elementair niveau
Tijdens het eerste jaar in E1 leren de studenten de positie van de handen op de piano door het spelen van basisoefeningen (toonladders en arpeggio's) en eenvoudige stukken. Ze leren eerst de G-toets lezen en vervolgens ook de F-toets. Het tweede jaar, E2, is bedoeld om de student te leren beide toetsen tegelijk te lezen en beetje bij beetje moedig ik ze aan om niet naar de pianotoetsen te kijken. Ze spelen vrolijke stukken waardoor ze dol zullen zijn op de muziek die ze maken!
Gemiddeld niveau
In de I 1 en 2 ontwikkelen de leerlingen hun vaardigheden verder: ze spelen toonladders, arpeggio's en akkoorden in verschillende tonaliteiten en inversies. Ze leren ook hoe ze van de ene tonaliteit naar de andere kunnen transporteren. Ze spelen ingewikkeldere, maar mooie stukken.
Muzikale taal
Elementair niveau
A1-niveau richt zich op het aanleren van de parameters van de muziek, de muzieknoten, de ritmische figuren en hun timing en de verschillende geluiden van instrumenten op een basisniveau. A2 richt zich op het lezen van muziek (ritme en intonatie) en tegelijkertijd op het ontwikkelen van de luistervaardigheid door middel van muzikale dictaten. Op dit subniveau en het tussenniveau worden boeken van Antonio Zamorano en traditionele liederen gebruikt.
Gemiddeld niveau
De leerling blijft zich verbeteren in ritme, intonatie en luisteren. Ook gaat het niveau omhoog, dus het is belangrijk om thuis meer te studeren om het ritme van de lessen te volgen. De nieuwe concepten die ze leren zijn de muzikale intervallen (G1), de soorten toonladders en de tonaliteiten (G2), wat helpt om de Harmonie van het volgende niveau te begrijpen.
Harmonie
Professioneel niveau
Harmonie is een heel belangrijk onderwerp. Het is de wiskunde van de muziek omdat het de student zal helpen te begrijpen hoe de muziek is gemaakt: waarom het consonant of dissonant klinkt, afhankelijk van de akkoorden, de toonladders, de tonaliteiten, het karakter, de dynamiek, en instrumentale timbres die de componist gebruikte. De studenten leren de verschillende soorten akkoorden, hoe ze te gebruiken in hun eigen composities en ze te onderscheiden in andere stukken. Ze leren ook hoe de componisten alle parameters gebruiken om spanning in een stuk te creëren of weg te nemen; wat ze ook kunnen gebruiken om meer uit te drukken tijdens het spelen van de viool.
Geschiedenis van de muziek
Dit onderwerp helpt de student om de verschillende belangrijke momenten van de muziek, hun componisten en hun stijlen te begrijpen. We praten over de primitieve muziek, middeleeuwse muziek, barok, classicisme, romantiek en hedendaagse muziek en hun verschillende kenmerken, en doen audities om de ene componist van de andere te leren onderscheiden. Deze kennis gaan studenten kunnen toepassen tijdens het vioolspelen.
Orkestrepertoire
Dit vak is gevorderd en bedoeld voor de pre-bachelorstudenten die als beroep violist willen worden en zich willen inschrijven voor de bachelor. Het is een introductie op de orkestwerken die ze aan de universiteit gaan leren met als doel studenten voor te bereiden op auditie voor een orkest. We spelen onder meer de orkestrale fragmenten van Don Juan van Strauss, Symfonie Nr. 35 van Mozart, Symfonie Nr. 5 en Nr. 9 Beethoven, Midnight Summer's Dream van Mendelssohn of Symphonie NR.2 van Brahms.